De relatie tussen het geslacht van smid H.B.M. Koopman (1928-2012) en de R.K. kerk gaat ver terug, getuige bijvoorbeeld deze nota. Op 3 januari 1905 werd er door Albertus Koopman een kagchel gereppereerd van het klooster, een dag later een slot waarbij ook een nieuwe kruk werd geplaatst. Op 28 januari werd de kagchel van de Sakarastij schoongemaakt voor een luttele ƒ0,90. Op 13 augustus werden de messen gescherpt van het klooster en 16 oktober werd geleverd of gerepareerd een schub en greep en drievoetje(?).
Maar ook in 1893 zien we al kagchel gepoets en gezet worden voor G.J. Beernink Pastoor Alhier (en wel van 1875-1906), Kapelaan Bosch Alhier en Kapelaan van Laat, to name a few. Niet alleen de kerk, ook het gemeentebestuur alhier wist de smederij te vinden. Hier een overzicht van het onderhoud van het “wagenpark” van de gemeente Hengelo uit 1916, beginnend met 2 nieuwe ijzers voor een paard op 15 januari (ƒ 1,30) en eindigend met 4 nieuwe winterijzers net na de kerst.
IJzers voor paarden was ook big business in en rond de oorlogsjaren, voor de N.V. A.T.O. van Gend en Loos, verhuizer Van Buuren en Trutmans en bakker Smithuis, die het van vervoer moesten hebben.
Inmiddels was het de firma J.Th. Koopman & Zn., ELECTR. GROF- EN RIJTUIG-SMEDERIJ, onderwijzer in practisch HOEFBESLAG en meer, en Huub -dan een jaar of 16- is er al volop aan het werk.
Vaklui waren het, allemaal.