
Bij het bezoek aan het Jazzfest viel een aantal organisatorische zaken op, die ik verfrissend van eenvoud vond.
- Bij de toegang moest je je gekochte kaartje afgeven bij de controle; geen gescheur, geen gestempel. Wat moet je dan als je buiten moet gaan roken? Dan krijg je gewoon weer zo’n kaartje terug, dat je bij het weerbinnenlopen gewoon weer afgeeft. Een feilloos mechanisme. “Maar dan kun je dat kaartje toch zomaar aan iemand anders geven die dan naar binnen kan?” Ja, en?
- Er was fatsoenlijk bier voor normale prijzen in fatsoenlijke glazen, met €0,50 borg, maar dat zien we vaker.
- Na afloop mag je gerust nog een uurtje of wat gastvrij naborrelen en wordt je niet door een schoonmaakploeg naar buiten geveegd.
- De EHBO-ers aanschouwend zou je niets moeten overkomen, en
- De security valt niet te vermurwen. Als je een paar stappen te vlotjes richting VIP gebied zette werd je prompt de weg versperd, en terugkeren in de zaal om onze vriend Richard nog even de hand te schudden (“Remember us?“) werd met een leugen afgedaan: “Die mannen zijn allang vertrokken”. Met ons op de foto in plaats van de vermeend vertrokken artiest wilden ze ook al niet.